-
1 voor zijn
v. forestall, outdrive, outpace, father -
2 voor zijn
• to be ahead of schedule -
3 zijn leven geven voor zijn land
zijn leven geven voor zijn landVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn leven geven voor zijn land
-
4 voor zijn beurt gaan
voor zijn beurt gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn beurt gaan
-
5 voor zijn beurt praten
voor zijn beurt pratenjump the gun, talk out of turnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn beurt praten
-
6 voor zijn eindexamen slagen/zakken
voor zijn eindexamen slagen/zakkenpass/fail one's final examsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn eindexamen slagen/zakken
-
7 voor zijn mening durven uitkomen
voor zijn mening durven uitkomenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn mening durven uitkomen
-
8 voor zijn nummer op moeten komen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn nummer op moeten komen
-
9 voor zijn principes staan
voor zijn principes staanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn principes staan
-
10 voor zijn recht(en) opkomen
voor zijn recht(en) opkomenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn recht(en) opkomen
-
11 voor zijn rekening nemen
voor zijn rekening nemendeal with, account forVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn rekening nemen
-
12 voor zijn tijd sterven
voor zijn tijd stervenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn tijd sterven
-
13 voor zijn beurt
adv. out of turn -
14 voor zijn tijd
adv. untimely -
15 waar voor zijn geld krijgen
waar voor zijn geld krijgen————————waar voor zijn geld krijgenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > waar voor zijn geld krijgen
-
16 het kan nadelig zijn voor zijn goede naam
het kan nadelig zijn voor zijn goede naamVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan nadelig zijn voor zijn goede naam
-
17 niet voor zijn taak berekend zijn
niet voor zijn taak berekend zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > niet voor zijn taak berekend zijn
-
18 daar zullen wel liefhebbers voor zijn
daar zullen wel liefhebbers voor zijnthere are sure to be candidates/ 〈 ook figuurlijk〉 customers for thatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar zullen wel liefhebbers voor zijn
-
19 dat is spekje voor zijn bekje
dat is spekje voor zijn bekjeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is spekje voor zijn bekje
-
20 dat was de genadeslag voor zijn bedrijf
dat was de genadeslag voor zijn bedrijfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat was de genadeslag voor zijn bedrijf
См. также в других словарях:
Kinderen voor Kinderen — Infobox musical artist Name = Kinderen voor Kinderen Landscape = Yes Background = group or band Origin = flagicon|Netherlands Hilversum, Netherlands Instrument = ca. 30 voices Genre = pop, rock, hiphop, techno, Broadway Occupation =… … Wikipedia
Kinderen Voor Kinderen — (en français Des enfants pour des enfants) est un chœur musical pour enfants aux Pays Bas connu pour être diffusé sur la chaîne de télévision VARA, depuis les années 1980. En 2001, il se fait connaître avec le single Morgen is een droom (demain… … Wikipédia en Français
Kinderen voor kinderen — (en français Des enfants pour des enfants) est un chœur musical pour enfants aux Pays Bas connu pour être diffusé sur la chaîne de télévision VARA, depuis les années 1980. En 2001, il se fait connaître avec le single Morgen is een droom (demain… … Wikipédia en Français
Kinderen voor Kinderen — (en français Des enfants pour des enfants) est un chœur musical pour enfants aux Pays Bas connu pour être diffusé sur la chaîne de télévision VARA, depuis les années 1980. En 2001, il se fait connaître avec le single Morgen is een droom (demain… … Wikipédia en Français
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Nase — 1. Aeingden der Nuos no durch däk uch dän. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 1111. 2. An seiner Nase findet jeder Fleisch. Er ziehe sich also daran, und bekümmere sich nicht um die Nasen (Angelegenheiten) anderer. 3. Auch zwischen Nas und Lippe… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Jahr — 1. Ale neinj Jôr î (zwî) Wînjjôr. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 59. 2. Ale sâf Jôr î Gôfjôr. – Schuster, 58. 3. All Joar n Jöhr un to n Harwst noch n Spoatling. (Pommern.) Alle Jahre ein Kind und im Herbst noch einen Spätling. Von fruchtbaren… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Johannes le Francq van Berkhey — (auch: Joannes le Franc van Berkhey; * 23. Januar 1729 in Leiden; † 13. März 1812 ebenda) war ein niederländischer Naturforscher, Dichter und Maler. I … Deutsch Wikipedia
Zeit — 1. Ach, du lewe Tît, hadd öck doch gefrît, wär öck rusch e Wiew geworde. – Frischbier, 4158. 2. Abgeredet vor der Zeit, bringt nachher keinen Streit. – Masson, 362. 3. All mit der Tit kumt Jan in t Wamms un Grêt in n Rock. – Lohrengel, I, 27;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haus — 1. Alte Häuser haben trübe Fenster. Dän.: Gammelt huus haver dumme vinduer. (Prov. dan., 315.) 2. Alte Häuser leiden mehr als neue. Wenn diese nicht schon zusammenfallen, ehe sie fertig gebaut sind. 3. Alte Häuser streicht man an, wenn man sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mensch — 1. A verzagte Möntsch isch im Himmel nid sichar. (Bern.) – Zyro, 108. 2. Ach, Mensch, betracht , wie Gott verlacht all deinen Pracht, der in einer Nacht wird zu nichts gemacht. – Gerlach, 9. 3. Ain verkerter mensch richtet hader an vnd ain… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon